
Eigengemaakte foto's van hier, daar en overal, tijdens een wandeling met WSV Schelle of een uitstapje links of rechts in binnen of buitenland met een klein woordje uitleg.
31 augustus 2010
27 augustus 2010
25 augustus 2010
Reuzenbovist.
24 augustus 2010
23 augustus 2010
Gebandeerde beekjuffer.
19 augustus 2010
18 augustus 2010
17 augustus 2010
16 augustus 2010
13 augustus 2010
11 augustus 2010
10 augustus 2010
05 augustus 2010
30 juli 2010
26 juli 2010
22 juli 2010
16 juli 2010
Sint-Elooi.

Sint-Elooi werd geboren te Chaptelat (Fr) rond 588. Hij werd door zijn vader in de leer gebracht aan de Koninklijke munt. Later werd hij goudsmid te Parijs en muntmeester van koning Chlotaar II.
Hij kreeg van deze koning de opdracht de koninklijke troon te maken. Met het overschot van het goud maakte hij een tweede troon, vertelt de legende. Omwille van zijn oprechtheid en eerlijkheid genoot hij het vertrouwen van de koning. Koning Chlotaar II stierf rond 623.
Sint-Elooi werd omwille van zijn hoge begaafdheid raadgever van de opvolger: koning Dagobert I. Sint-Elooi maakte van het vertrouwen dat de koning hem schonk gebruik om arme mensen te helpen en slaven vrij te kopen. Na de dood van koning Dagobert I werd Sint-Elooi op 13 mei 641, bisschop van Noyon (Fr), de Zuidelijke Nederlanden, Gent, Doornik en Kortrijk.
Er zijn nog sporen van zijn aanwezigheid in deze streken te zien zoals de Sint-Elooiskapel op de Hasseltberg te Meise, waar nog jaarlijks rond 1 december zijn feestdag gevierd wordt. Sint-Elooi stierf te Noyon rond 659. Hij werd een volksheilige in Vlaanderen omdat hij opkwam voor de zwaksten en hij werd de patroonheilige van de edelsmeden, de smeden, de metaalbewerkers (en vandaag voor al wie van ver of kortbij iets te maken met metaal), tractorbestuurders, landbouwers en ruiters.
Dit beeld is geplaatst voor de Sint-Elooiskapel op de Hasseltberg te Meise, op de foto is de kapel te zien achter het beeld.
15 juli 2010
Het Prinsenkasteel te Grimbergen.

1095: Wouter Berthout, heer van Grimbergen. Zijn nakomelingen verwerven een territorium dat zich tot aan de Schelde, Rupel en de Dender uitstrekt. De heren van Leuven konden dat niet aanvaarden.
1159: De Grimbergse oorlog eindigt met het platbranden van de houten burcht op de motte in “Borcht”.
Ca 1500: De familie van Bergen, nakomelingen van de Berthouts, vestigen zich hier. Het kasteel en het park worden vergroot en verfraaid.
1686: Filips-Frans van Bergen wordt Prins van Grimbergen.
De Merodes zijn de laatste heren van Grimbergen.
1944: De Duitsers steken bij hun aftocht het kasteel in brand.
1947: De gemeente Grimbergen verwerft de kasteelruĆÆne.
1959/1980: RuĆÆne en omgeving worden beschermd.
1992: Restauratie donjon.
14 juli 2010
De "Bonne Chiere" molen te Brugge.

In de 19de eeuw stonden er nog 30 molens op de Brugse stadsvestingen. Op de Kruisvest stonden er niet minder dan 7. De molens verloren echter, mede door de opkomst van de stoommachine hun functie. Momenteel zijn er 4 overgebleven.
De “Bonne Chiere” molen is er ƩƩn van het type “staakmolen” en rust op vier bakstenen teerlingen. Op die teerlingen liggen houten blokken waarop kruiselings boven elkaar gelegen balken rusten, de “kruisplatten”. De naam “Bonne Chiere” verwijst naar het goede leven. Denk maar aan de uitdrukking “goede sier maken”. De eerste “Bonne Chiere is echter op 21 november 1904 omver gewaaid.
De oude molenaar, Jan Clicteur was bij wonder ongedeerd. Dat mirakel werd toen prompt toegeschreven aan het kruisbeeld van de molen dat toevallig naast hem lag. In 1911 slaagde het stadsbestuur erin om eenzelfde type molen aan te kopen in Olsene, in 1911 werd die grondig gerestaureerd.
De beklimming van het molenpad kruipt wellicht in de kuiten van de minder geoefende wandelaar, maar de geleverde inspanning loont echter de moeite want vanaf de top van de molenheuvel heb je een prachtig panoramisch overzicht van de stad.
13 juli 2010
12 juli 2010
Het Santielleportje te Brugge.
06 juli 2010
05 juli 2010
Onder stoom.
02 juli 2010
29 juni 2010
Le Fondry des Chien.

De “Fondry des Chiens” is gesitueerd nabij het zeer mooie plaatsje Nismes in de provincie Henegouwen, het is een geologische eigenaardigheid in ons land. Het zijn bescheiden ravijnen genaamd “des fondry”. Zij zijn mede ontstaan door de ontginning van ijzererts, en verder door natuurlijke erosie. In een van deze kloven gooide men vroeger, volgens de overlevering de dode honden van het dorp, vandaar de naam.
Je kan erin afdalen, mits heel goede laarzen, men kan er beter niet alleen aan beginnen en hierin best over een beetje ervaring beschikken.. Deze kloven zijn een beschermd monument en bevinden zich in een geklasseerd natuurreservaat, en is gelegen op de top van een heuvel.
Op de top, gelegen op een hoogte van 220 meter, bevindt zich een typische kalkflora (kalkgrasland) dat zeer eigen is aan deze streek, men noemt dat ter plaatse“La Calestienne”. Dit fenomeen is een druk bezochte eigenaardigheid in ons land. Er is wel enige voorzichtigheid nodig, zeker voor kinderen, omdat deze zone in het geheel niet is afgebakend. De diepte ervan is toch ongeveer een goede 30 meter.
Als wandelaar kan men het best aan de kerk van Nismes vetrekken, de wandeling is aangeven door een wit rechthoekje met daarin een liggend rood rechthoekje. Men komt regelmatig wel stevige kuitenbrekers tegen, maar het resultaat mag er zeker wezen. Bij warm weer is het zeker aan te raden om drinken mee te nemen. Reken een kleine 4 uur voor deze wandeling.
Abonneren op:
Posts (Atom)