16 juli 2010

Sint-Elooi.


Sint-Elooi werd geboren te Chaptelat (Fr) rond 588. Hij werd door zijn vader in de leer gebracht aan de Koninklijke munt. Later werd hij goudsmid te Parijs en muntmeester van koning Chlotaar II.
Hij kreeg van deze koning de opdracht de koninklijke troon te maken. Met het overschot van het goud maakte hij een tweede troon, vertelt de legende. Omwille van zijn oprechtheid en eerlijkheid genoot hij het vertrouwen van de koning. Koning Chlotaar II stierf rond 623.
Sint-Elooi werd omwille van zijn hoge begaafdheid raadgever van de opvolger: koning Dagobert I. Sint-Elooi maakte van het vertrouwen dat de koning hem schonk gebruik om arme mensen te helpen en slaven vrij te kopen. Na de dood van koning Dagobert I werd Sint-Elooi op 13 mei 641, bisschop van Noyon (Fr), de Zuidelijke Nederlanden, Gent, Doornik en Kortrijk.
Er zijn nog sporen van zijn aanwezigheid in deze streken te zien zoals de Sint-Elooiskapel op de Hasseltberg te Meise, waar nog jaarlijks rond 1 december zijn feestdag gevierd wordt. Sint-Elooi stierf te Noyon rond 659. Hij werd een volksheilige in Vlaanderen omdat hij opkwam voor de zwaksten en hij werd de patroonheilige van de edelsmeden, de smeden, de metaalbewerkers (en vandaag voor al wie van ver of kortbij iets te maken met metaal), tractorbestuurders, landbouwers en ruiters.
Dit beeld is geplaatst voor de Sint-Elooiskapel op de Hasseltberg te Meise, op de foto is de kapel te zien achter het beeld.

15 juli 2010

Het Prinsenkasteel te Grimbergen.

















1095: Wouter Berthout, heer van Grimbergen. Zijn nakomelingen verwerven een territorium dat zich tot aan de Schelde, Rupel en de Dender uitstrekt. De heren van Leuven konden dat niet aanvaarden.
1159: De Grimbergse oorlog eindigt met het platbranden van de houten burcht op de motte in “Borcht”.
Ca 1500: De familie van Bergen, nakomelingen van de Berthouts, vestigen zich hier. Het kasteel en het park worden vergroot en verfraaid.
1686: Filips-Frans van Bergen wordt Prins van Grimbergen.
De Merodes zijn de laatste heren van Grimbergen.
1944: De Duitsers steken bij hun aftocht het kasteel in brand.
1947: De gemeente Grimbergen verwerft de kasteelruïne.
1959/1980: Ruïne en omgeving worden beschermd.
1992: Restauratie donjon.

14 juli 2010

De "Bonne Chiere" molen te Brugge.

















In de 19de eeuw stonden er nog 30 molens op de Brugse stadsvestingen. Op de Kruisvest stonden er niet minder dan 7. De molens verloren echter, mede door de opkomst van de stoommachine hun functie. Momenteel zijn er 4 overgebleven.
De “Bonne Chiere” molen is er één van het type “staakmolen” en rust op vier bakstenen teerlingen. Op die teerlingen liggen houten blokken waarop kruiselings boven elkaar gelegen balken rusten, de “kruisplatten”. De naam “Bonne Chiere” verwijst naar het goede leven. Denk maar aan de uitdrukking “goede sier maken”. De eerste “Bonne Chiere is echter op 21 november 1904 omver gewaaid.
De oude molenaar, Jan Clicteur was bij wonder ongedeerd. Dat mirakel werd toen prompt toegeschreven aan het kruisbeeld van de molen dat toevallig naast hem lag. In 1911 slaagde het stadsbestuur erin om eenzelfde type molen aan te kopen in Olsene, in 1911 werd die grondig gerestaureerd.
De beklimming van het molenpad kruipt wellicht in de kuiten van de minder geoefende wandelaar, maar de geleverde inspanning loont echter de moeite want vanaf de top van de molenheuvel heb je een prachtig panoramisch overzicht van de stad.

12 juli 2010

Het Santielleportje te Brugge.

















Op deze plaats op de foto was in 1912 een fort gelegen met 11 arbeidershuisjes, allemaal eigendom van Weduwe Brilleman. Een 80 tal bewoners beschikten er over drie “gemakken” (toiletten). In die tijd zeker een grote luxe.

05 juli 2010

Onder stoom.
















Deze stoommachine dateert van het jaar 1940 en kon ik bewonderen tijdens een tentoonstelling te Mariembourg in de provincie Henegouwen.